LGBT-beweging: In den beginne schiep Seks, meer dan Liefde

Kritische blik op LGBTQIA+
0 Shares

Stonewall Riots

Eind jaren zestig, in het bijzonder het jaar 1969, deden de Stonewall-rellen van New York de vonk overslaan die een nieuwe beweging voortbracht voor homorechten in de VS en de rest van de wereld. Deze bewegingen van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot het einde van de jaren 1960 staan samen bekend als de homofiele beweging, weliswaar omschreven als politiek conservatief, maar waarvan de toenmalige tijdsgeest de oproep tot het accepteren van de “liefde” voor hetzelfde geslacht als radicaal zag. In juni 1969 braken in de Stonewall Inn in Greenwich Village in Manhattan, New York City, de beroemde Stonewall rellen uit. Demonstraties door leden van de homogemeenschap als reactie op een politie-inval in de Inn, waarbij de klanten van de Inn en andere lesbische en homoseksuele bars, naast straatbewoners uit de buurt, terugvochten toen de politie gewelddadig werd. De rellen beschouwt men als een beslissende gebeurtenis die de homobevrijdingsbeweging deed kantelen en de bakermat vormde van de moderne LGBT-rechtenbeweging. In haar beginjaren associeerde de homobevrijdingsbeweging zich met de tegencultuur van die tijd en activisten van de homobevrijding sloten zich aan bij andere sociale activisme met hun oproep om fundamentele maatschappelijke instellingen zoals gender en het traditionele gezinsstructuur te veranderen of af te schaffen. Over het algemeen was hun politiek radicaal maar tegelijk antiracistisch en antikapitalistisch.

After the Ball: How America Will Conquer Its Fear and Hatred of Gays in the 90s

De publicatie van het boek ‘After the Ball: How America Will Conquer Its Fear and Hatred of Gays in the 90s’ in 1989, geschreven door neuropsycholoog Marshall Kirk en social marketing– en reclamemanager Hunter Madsen, beiden afgestudeerd aan Harvard, staat aan de basis van die verandering. De visie en plannen om de toenmalige heersend beeld over homoseksuelen en de acceptatie, maar ook het vieren hiervan, zijn rigoureus uitgelijnd. De auteurs zagen hun boek als een homomanifest voor de jaren 90 en combineerden psychiatrische en public relations expertise bij het bedenken van hun strategie. Ze riepen homoseksuelen op om zichzelf opnieuw te presenteren als gewone burgers die gelijke behandeling eisen, in plaats van als een promiscue seksuele minderheid die op zoek is naar meer kansen en invloed. Ze maken duidelijk dat ze dit boek schreven als een manifest over de te ondernemen stappen om homofobie aan te pakken. De campagne is weliswaar complex, maar is in essentie afhankelijk van een programma van ongegeneerde propaganda, stevig gefundeerd in gevestigde principes van psychologie en reclame. Het uiteindelijke doel? “We willen, net als anderen, in de eerste plaats gezien en beoordeeld worden als individuen en pas daarna of helemaal niet als naamloze leden van de groep die “homoseksuelen” heet. In het ergste geval willen we met rust gelaten worden, in het beste geval willen we aardig gevonden worden, gewaardeerd worden en welkom worden geheten in de familie van de mens.” Na 30 jaar schrijven van het boek, zijn hun plannen tot leven gekomen.

We mean conversion of the average American’s emotions, mind, and will, through a planned psychological attack, in the form of propaganda fed to the nation via the media.”

After the Ball, Kirk en Madsen

The “Big Lie” in Hetero America

Moedwillige onwetendheid was/is alomtegenwoordig bij de al nauwelijks geïnformeerde algemene Amerikaanse bevolking terwijl deze allerlei nieuws en problemen over homo’s ook nog eens tracht te vermijden. Een bevolking die niet graag in discussie gaat over het onderwerp, onbegrip over homoseksualiteit in stand houdt en weigert om bij scholen over het onderwerp. Het publiek ergert zich aan het portretteren van homoseksualiteit als een realiteit en kijkt liever toe in het afschilderen van als een ziekte of een geestesziekte waarvan het slachtoffer ofwel zal sterven ofwel zal genezen. De komst van de aidspandemie dwong mensen om het bovenstaande te heroverwegen. Het aantal aidsslachtoffers was zo groot dat ze niet langer konden worden genegeerd, waardoor er geen ontkomen meer was aan het feit dat homoseksuelen degelijk bestaan en ze zo in de schijnwerpers stonden. Maar zelfs toen moesten homo’s, volgens de auteurs, nog vechten voor hun erkenning en weerstand bieden tegen hetero Amerika die hun bestaan willen ontkennen. Kirk en Madsen stellen dat er veel volksgeloof heerst dat mensen als vanzelfsprekend beschouwen, zoals dat homoseksualiteit een gevolg is van zondigen, of beschouwd als geestesziekte of ertoe “bekeerd”, of dat homoseksuelen seksverslaafden zijn, nutteloze leden van de samenleving, genotzuchtig en suïcidaal ongelukkig omdat ze homo zijn. Dergelijke overtuigingen, aldus de auteurs, zijn ontworpen om te wijzen in de richting van een gemeenschappelijke conclusie dat hetero’s logisch gezien gerechtvaardigd zijn in het veroordelen en beschuldigen van homo’s en, in mindere mate, hun families voor hun afwijkende seksuele voorkeur. Een dergelijke afkeuring van homoseksuelen in Amerika was niet gebaseerd op feiten of echte kennis over homoseksualiteit. Deze gevestigde vooroordelen maakten een einde aan intellectuele, op feiten gebaseerde verkenningen van homoseksualiteit en het hielp ongeïnformeerde, negatieve ideeën over de LGBT-gemeenschap aan te wakkeren. Ook al had hetero Amerika in die tijd een punt bereikt waarop het zich realiseerde dat het uiten van onverdraagzaamheid tegen andere minderheden niet acceptabel was, op een fundamenteel niveau zag men homoseksualiteit nog steeds als gerechtvaardigd om te belasteren.

When fighting for rights is not enough: Welcome to A Queer New World

Every record has been destroyed or falsified, every book rewritten, every picture has been repainted, every statue and street building has been renamed, every date has been altered. And the process is continuing day by day and minute by minute. History has stopped. Nothing exists except an endless present in which the Party is always right.”

George Orwell, 1984

In de afgelopen decennia vonden er grote wijzigingen plaats van de publieke opinie van homoseksualiteit, relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht en de transbeweging, het onderwijssysteem dat homoseksualiteit en de transbeweging omarmt, wetgevende besluiten die de LGBT erkennen als een aparte groep mensen, gelijkwaardig aan andere etnische groepen; de positieve afbeelding door de media van holebi’s en transseksuelen, advertenties door bedrijven die omarmen voor wat ooit als onaanvaardbaar gedrag werd beschouwd, en religieuze groeperingen die homoseksuele praktijken of transgenderisme niet langer als immoreel mogen beschouwen. Oppositie wordt als haatprediken gebrandmerkt. Het mondiaal vocabularium heeft zelfs een grote verschuiving ondergaan: Bijvoorbeeld, ‘diversiteit’ is nu een codewoord voor het omarmen van alle vormen van seksuele geaardheid, genderidentificatie en seksuele expressie met een afwijzing van religieuze of morele overtuigingen die deze diversiteit niet tolereren. Tolerantie staat nu gelijk aan volledig aanvaarden van LGBTQ-levensstijl en ideologie, in het gezin, op het werk, in het onderwijs, in de media, in religie, enzovoort en intolerantie tegenover alles en iedereen die dat niet doet. Inclusie verwijst naar het steunen, sponsoren en zelfs aanmoedigen van homoseksuele evenementen en LGBTQ doelen. Degenen die gedachten koesteren, woorden uiten en acties uitvoeren die niet in lijn zijn met dergelijke doelen worden uitgesloten en gelijkgesteld als haat waarbij homo’s zelf vrijwel zijn vrijgesteld van zaaien van haat. Dit is omdat zij de vermeende slachtoffers zijn en niet degenen die slachtoffers maken. De LGBTQ-beweging heeft zich bepaalde woorden toegeëigend en hun betekenis gewijzigd in een daad van opzettelijke semantische transformatie die eigenaarschap en de-stigmatisering verwezenlijkt. Neem bijvoorbeeld het woord queer: Het was in wezen een denigrerend woord dat gebruikt om mensen met afwijkend gedrag aan te duiden, maar daarna opnieuw opgeëist door de LGBTQ-gemeenschap en als positief herkeurd, en nu is het alledaags en zelfs hip; Queer is cool.

De transformatie van het hetero-normatieve lexicon is zeker geen toeval, maar eerder een doelbewuste beweging van sociale verandering. Zoals Michael Brown in A Queer Thing Happened to America: And What a Long, Strange Trip It’s Been stelt: “De strategie is eenvoudig: haal het aanstootgevende uit het aanstootgevende. Normaliseer het abnormale. Het onaanvaardbare aanvaardbaar maken. Legitimeer het onwettige. Haal de verontwaardiging uit het buitensporige. Haal het gevoel van nood uit het (nood)alarm. Op deze manier, wanneer het alarm afgaat, zullen mensen het niet eens horen. Hun gehoor zullen zo gewend raken aan de toon dat ze er niet meer van schrikken, niet meer gealarmeerd worden, niet meer wakker van worden. De vrijheid van openlijke meningsuiting is niet langer voorbehouden aan homo- of lesbische bewegingen, maar aan alle vormen van seksuele voorkeur en genderexpressie. Taal is gemanipuleerd en gebruikt als wapen en definities zijn herschikt om dat doel te bereiken, culminerend in wat Lavender Language wordt genoemd: als je een groep mensen bevrijdt van seksuele beperkingen die voortkomen uit moraal, religie en cultuur, dan moeten alle mensen vrij zijn en beschermd worden door de wet en iedereen die daar tegenin gaat is schuldig aan discriminatie en crimineel gedrag. Zo’n grote verschuiving in definities zal onvermijdelijk leiden tot een samenleving van omniseksuelen, zoals Michael Brown het noemt, d.w.z. een samenleving waar alles kan en alles wordt geaccepteerd op het gebied van seksualiteit en gender, dat niet langer vaste en gedefinieerde grenzen heeft. Met andere woorden, gender is vloeibaar en willekeurig.

Onder de vlag van inclusiviteit en gelijkheid worden we nu gedwongen om gebruik te maken van wat bekend staat als inclusieve communicatie – en dit is niet gerelateerd aan ras, etniciteit of religie, maar eerder een die genderidentiteiten en seksuele geaardheid omvat. Wereldtalen vormen zich letterlijk om om tegemoet te komen aan de woke-cultuur en LGBTQ-richtlijnen. In plaats van aan te nemen dat het geslacht mannelijk of vrouwelijk is, is het tegenwoordig de norm om op sollicitatieformulieren ook ‘andere’ en ‘liever niet’ te zeggen, ‘dames en heren’ worden vervangen door ‘lieve collega’s’. Genderspecifieke zelfstandige naamwoorden zoals ‘man-made‘, ‘politieagent’ en ‘echtgenoot’ worden geschrapt voor gender neutrale termen zoals ‘synthetisch’, ‘lid van het politiekorps’ en ‘aangetrouwde’. Het verklaren van voornaamwoorden in openbare en privé-instellingen, maar ook online, zijn verondersteld en we zijn gedwongen om de voornaamwoorden te gebruiken die mensen hebben verklaard als we hen aanspreken. Het gaat eigenlijk te ver. Tegenwoordig kunnen we niet meer zeggen ‘vrouwen die zwanger zijn’ of ‘vrouwen die menstrueren’, omdat dit als transfoob kan worden beschouwd. Het is eerder ‘persoon die zwanger is’ of ‘persoon die menstrueert’, omdat transmannen zwanger kunnen worden en kunnen menstrueren. Echt verbijsterend was de omslag van een nummer van een van de meest prestigieuze medische tijdschriften ter wereld, The Lancet: “Historisch gezien zijn de anatomie en fysiologie van lichamen met een vagina verwaarloosd”; “Lichamen met een vagina“! Stel je voor bij een geboorte van een kind; het is een kind met een penis of vagina. Al het idyllisch, romantisch, het heldhaftig en schoonheidsbeeld dat gepaard gaat met “man” of “vrouw” wordt gereduceerd tot iemand met bepaalde geslachtsorganen. Het kind is inspiratieloos, doelloos en weet niet welke idealen en verantwoordelijkheden hij/zij moet nastreven waar hij geboren voor is. De mens is immers een existentieel wezen en zoekt zijn zingeving in relatie tot zijn ontologie.

J.K. Rowling, in 2020 werd online gekruisigd omdat ze een krantenkop belachelijk maakte waarin stond dat ‘mensen’ menstrueren in plaats van de term ‘vrouwen’ te gebruiken, en sindsdien wordt ze beschouwd als transfoob. En natuurlijk is dit tegenwoordig niet beperkt tot gender, maar betrekt zich ook op geschiedenis, religie en nationale identiteiten. Elke niet-naleving is een gedachtemisdaad en de gedachtepolitie zal ervoor zorgen dat je gepakt wordt, een stempel van onverdraagzaamheid krijgt en levenslang geschorst wordt!

War is Peace. Freedom is Slavery. Ignorance is Strength

The Ministery of Truth, 1984, Orwell in een van J.K. Rowling tweets waarin ze de spot drijft met deze “poppenkast toneel”.

Seks als drijfveer voor de nieuwe moraal

Het is ook een belangrijke strategie van homo’s geweest, die teruggaat tot de jaren 1980, om de nadruk te verschuiven van gedrag naar identiteit, waarbij de nadruk ligt op de rechten van homo’s als mensen en minder op het erotische. Alleen al door de term ‘homorechten’ te gebruiken en politici en de media ervan te overtuigen deze terminologie over te nemen, hebben activisten die Amerika willen veranderen, de voorwaarden van het debat al bijna in hun voordeel bepaald voordat de wedstrijd begint. En in een PR-oorlog wint bijna altijd degene die de termen en bewuste woordkeuzes van het debat bepaalt. ‘Homo’ zijn, volgens deze nieuwe definitie, is niet het vertonen van een queer subjectiviteit, maar het behoren tot een sociale groep. Homoseksualiteit verwijst niet naar een individuele afwijking maar naar een collectieve identiteit. Homo’s hebben dus geen psychologische stoornis gemeen, maar een sociale uitsluiting. Zelfs al is dit weerlegd in een grootschalig studie uitgevoerd in een zeer pro-LGBTQ land als Zweden waarin is aangetoond dat de houding van de omgeving geen overtuigend rol speelt in het mentaal welzijn van deze populatiegroep.

Kenmerkend voor Grote Pride evenementen en parades zijn vaak het pronken met allerlei vormen van seksualiteit en seksuele perversiteiten, in schril contrast met andere openbare evenementen en parades in de seculiere en religieuze wereld. Op dezelfde manier is de homoliteratuur illustratief voor een uitgesproken nadruk op seks – vaak in de meest perverse, vernederende vormen, terwijl zelfs de “queer theologie” vaak op schokkende wijze gericht is op seks.

Michael Brown zegt hierover in zijn boek: “Wat dit uiteindelijk betekent is dat in plaats van de LGBT-beweging te zien als onderdeel van de seksuele revolutie van de jaren ’60, die wordt geassocieerd met promiscuïteit en het loslaten van morele beperkingen of, erger nog, als een weerspiegeling van een afwijkende, ongeordende toestand, ze wordt gezien als onderdeel van de burgerrechtenbeweging, waardoor ze wordt geïdentificeerd als een strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid.” Zo worden LGBT-kwesties gekaderd in termen van burgerrechten in plaats van geassocieerd te worden met seksueel gedrag of seksuele geaardheid. Natuurlijk ziet de homo- en lesbische gemeenschap hun zaak als een zaak van burgerrechten en als een strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid. Het is niet alleen een kwestie van retoriek of goede PR. De LGBT-gemeenschap wil benadrukken dat zij gewone mensen zijn die hun leven leiden zoals iedereen, naar school gaan, werken, belasting betalen, verliefd worden, een gezin hebben, enzovoort. Dus waarom hen stigmatiseren vanwege hun seksuele geaardheid of seksueel gedrag? Wat belangrijk is om te beseffen, is dat de stempel van de LGBTQ-beweging een kwestie van seksualiteit en genderexpressie is, wat betekent dat homoseksualiteit en seksueel gedrag van hetzelfde geslacht, en recentelijk transgenderisme, in de voorhoede van de beweging staan.

The Healthy Way Forward

We dienen te benadrukken dat dit niet gaat over het demoniseren van de LGBT-gemeenschap of om te zeggen dat de meerderheid van de homoseksuele mannen duizenden seksuele partners heeft gehad. Er zijn natuurlijk genoeg promiscue, wellustige en afwijkende heteroseksuele mannen en vrouwen. Dat gezegd zijnde, kun je niet ontkennen dat homoseksuele identiteit grotendeels verbonden is met homoseksuele praktijk, ondanks de populaire nadruk op identiteit in plaats van gedrag. De twee kunnen niet zo gemakkelijk van elkaar worden gescheiden. Ook het idee dat er geen echte verschillen zijn tussen heteroseksuele koppels en koppels van hetzelfde geslacht (vooral mannelijke) is gewoon niet waar. Promiscuïteit is echt, badhuizen en het zoeken naar partners, hook-up cultuur, anonieme seks, enz. zijn heel ordinair. Hogere percentages ontrouw en open relaties zijn de regel, en monogamie is de uitzondering, en dit met wederzijdse toestemming terwijl het niet wordt beschouwd als vreemdgaan. Dit alles weerlegt het argument dat homo- en heteroseksuele relaties/huwelijken hetzelfde zijn, of dat homoseksualiteit een normale en gezonde variatie is van de menselijke seksualiteit. Dit is zelfs door Kirk en Madsen toegegeven.

Hoe meer de LGBTQ-agenda vooruitgang boekt met zijn “mijlpalen” en “triomfen”, hoe wijdverspreider de problemen; ondanks de toenemende sociale acceptatie van homoseksualiteit en ondanks de grote vooruitgang in de homo-activistische agenda, blijven vooral homoseksuele mannen berucht om hun promiscue en tragisch onveilige seksuele praktijken. De LGTBQ-gemeenschap zitten op deze manier eigenlijk in een vicieuze cirkel. Er zijn intussen getuigenissen van homo’s en lesbiennes en zelfs ook detransitioners die zich reeds afkeren van de Pride-vlag.

Hoe moet het dan gezond en wel verder met deze gemeenschap. Hoe politiek incorrect ook, bekijk dit als een daad van liefde. Zoals Michael Brown stelt: “Het wijzen op de gevaren van bepaalde homoseksuele praktijken is een daad van liefde, niet van haat of irrationele angst. Sterker nog, als we echt om homoseksuele mannen geven – en bereid zijn om hen op een zelfopofferende manier lief te hebben – dan moeten we vol mededogen en openhartig met hen praten over de gevaren waaraan zij zichzelf (en anderen) routinematig blootstellen door hun seksuele praktijken.” Daarnaast bestaan er reeds “politiek incorrecte”, door een select publiek ondergewaardeerd evidence based wetenschappelijke literatuur om de moeilijkheden waarmee individuen in de LGBT-gemeenschap worstelen, mee om te gaan op een gezonde manier. Zo blijkt bijvoorbeeld dat homo’s die niet uit de kast komen, minder deelnemen aan risicovolle seksuele activiteiten en op deze manier een gezonder levensstijl op nahouden (de ironie). Een ander voorbeeld is dat 80% van de kinderen die lijden aan genderverwarring, zich niet meer verward voelen na verloop van hun puberteit op voorwaarde dat ze gewoon met rust worden gelaten terwijl kinderen die een gender-affirming therapie ondergaan, er niet beter op worden zoniet, slechter en deze ingrepen zijn ook nog eens irreversibel.

Kirk en Madsen stellen ook vast dat de homo-gemeenschap gekenmerkt is met pijn, trauma’s, toxische relaties, isolatie, gebroken families, mentale stoornissen, etc. Men kan zich dan de vraag stellen of het wel verstandig is om bijvoorbeeld een pleegkind in deze context op te nemen. Natuurlijk, anderen veroorzaken pijn en trauma maar genezing, groei en ontwikkeling start bij jezelf!

The community, as a whole, fails to grow in wisdom, or in the dependent capacity to protect itself, with the years; the prevailing mood of the individuals who make up that community becomes one of self-absorption and self-pity without charity or mercy for others, narcissism and loneliness, unrestrained folly, and a lack of communal solidarity, either emotional, political, or fiscal.”

Kirk en Madsen, After the Ball. Ze beschrijven wat de homo-gemeenschap eigenlijk mist vanwege de natuur van hun relaties die nooit echt een familie/gemeenschap kunnen voortbrengen en normen en waardes kunnen doorgeven. Wat dan enkel overblijft, is de seksuele kant.

Ondanks de moeilijkheden, is het best mogelijk voor iemand die zich identificeert als “homo”, een niet-homoseksueel levensstijl aan te nemen die voldoening geeft, indien de persoon dit wenst. Voor degenen die toch liever het pad kiezen van heling van de verschillende trauma’s en heroriëntatie van hun seksualiteit naar gelang hun voorkeur van normen en waardes, is dit ook in verschillende mate mogelijk afhankelijk van de individuele context. De universele getuigenissen die zeggen dat hun leven verbeterd is in ‘de heling en herstel gemeenschap’ alsook de globale ex-gay gemeenschap spreken boekdelen en het idee dat seksuele oriëntatie aangeboren en onveranderlijk is, heeft dus geen gewicht. Seksuele oriëntatie is fluïde.

Conclusie

Terwijl we met zijn allen opkomen voor de LGBTQ-gemeenschap bij allerlei aanvallen en haatuitingen, zullen we met evenveel liefde en voor hun eigen welzijn en voor de welzijn van de kinderen, de achterliggende motieven met gegrond kritiek benaderen dat mannen seks kunnen hebben met mannen, of dat vrouwen seks hebben met vrouwen, of dat mannen de transitie zetten naar vrouwen en vice-versa, het neerhalen man-vrouw dichotomie en allerlei steunmaatregelen die de deuren openen voor meer seksuele perversiteit, gender verwarring en sociale chaos! Wat iemand doet met zijn/haar leven, bepaalt de persoon zelf maar als de gehele maatschappij mee in aanraking komt, dan kan dit natuurlijk catastrofale gevolgen hebben wat we al zien onder de zwakkeren in de maatschappij zoals de kinderen en mensen die worstelen met hun mentale gezondheid. Hieronder vindt u nog een filmpje die op een ludieke wijze de gevolgen zou kunnen aantonen van deze nieuwe moraal.

Verdere leesvoer:

Share via
Copy link
Powered by Social Snap