VOORWOORD
De reden waarom ik dit heb vertaald, is omdat het mij heeft gemotiveerd om de Koran taalkundig te bestuderen. Waardoor ik een project ben begonnen om de tafsir van Juzz Amma’ door Nouman Ali Khan te vertalen van het Engels naar het Nederlands. Hij legt het duidelijk en gemakkelijk uit. Het heeft mij ervan bewust gemaakt dat de Koran meer dan alleen een “boek” is. De perfectie samen met de prachtige structuur maakt het wonderbaarlijk. Het is mijn kracht, mijn liefde en mijn troost.
GODDELIJKE TOESPRAAK
Allah(SWT) spreekt over de Koran en zegt dat het een balaagh voor mensen is, hetgeen iemand bereikt, d.w.z. een boodschap aan mensen. Wanneer mensen communiceren, zijn er drie componenten die vereist zijn. De eerste is de spreker zelf. Voordat iemand spreekt, wordt er vaak een oordeel geveld over die persoon op basis van zijn geslacht, zijn leeftijd of zijn uiterlijk, enz. Er zullen conclusies worden gemaakt met betrekking tot waar de spreker over zal praten en hoe hij zal praten. Bijvoorbeeld als iemands zes jaar oude dochter buitengewoon goed belastingadvies gaf aan haar vader; zou hij het accepteren en haar serieus nemen? Neen. Dat komt niet door dat ze onjuist is, maar omdat het afkomstig is van een bron waarvan je het niet verwacht. Als datzelfde advies van een accountant komt, zal het zeker serieus worden genomen. Het zal de manier waarop informatie wordt waargenomen volledig veranderen.
De Koran genereert twee soorten antwoorden. Voor degenen die er gefascineerd door waren en er verliefd op werden en bereid waren hun leven te veranderen, en aan de andere kant voor degenen die er zo geïrriteerd van werden.
Neem nog een voorbeeld. Je gaat naar djoemoe’ah (het vrijdaggebed), maar je bent laat en moet dus buiten de grote zaal gaan bidden, waar je de khatib (degene die de preek houdt) niet kunt zien. De khatib is toevallig een jonge kerel die een spijkerbroek en een t-shirt met een honkbalpet andersom draagt zonder baard. Maar hij geeft de meest verbazingwekkende khutba (preek) die je ooit hebt gehoord. De mensen op de eerste rij kijken naar de khatib en vragen zich af of hun gebed zal aanvaard worden. Terwijl de mensen die buiten naar de khatib luisteren, vol ontzag zijn en zich afvragen waar de khatib mogelijk heeft gestudeerd, waar hij vandaan komt en wat zijn naam zou kunnen zijn enz. Waarom is dit zo? Omdat degene die spreekt een zekere invloed heeft op hoe we zijn boodschap ontvangen. Dit is een menselijke tekortkoming, wat helaas de realiteit is. Dit geldt ook voor de Koran.
De Koran genereert twee soorten antwoorden (afhangend van het doelpubliek red.). Voor degenen die er gefascineerd door waren en er verliefd op werden en bereid waren hun leven te veranderen, en aan de andere kant voor degenen die er zo geïrriteerd van werden en zo’n diepgewortelde haat tegen dit boek hadden, dat ze alles er voor zouden doen om te voorkomen dat het werd verspreid. Er was geen apathie, niets ertussen, niemand die zijn schouders ophaalde en zei dat dat interessant klinkt en verder ging. In de Koran zegt
Allah(SWT) in soera al-Haddj:73: “O mensen, er wordt een voorbeeld (door Allah aan jullie) gesteld…” De spreker hier is Allah. Als je een gelovige bent en je wordt verteld dat Allah een voorbeeld heeft gesteld, dan zal je meer aandacht geven dan wanneer iemand anders een voorbeeld stelt. Dit komt omdat jij de spreker in overweging neemt. Echter, wanneer de ongelovige deze ayah hoort, wordt er niet meer geluisterd, omdat diegene niet geïnteresseerd is, vanwege de spreker. Dezelfde reden die de gelovige meer aandacht geeft, is dezelfde reden die de ongelovige meer afschrikt.
In soera al-Haddj, een Makkaanse soera waar het grootste deel van de communicatie plaatsvindt tussen de Boodschapper(SAW) en een grote meerderheid van mensen die niet geloven in wat hij te zeggen heeft. Allah(SWT) zegt tegen hen:“O mensen, er wordt een voorbeeld gesteld…”. Wie is hier weggelaten? De spreker. Hij(SWT) zegt niet dat Allah een voorbeeld stelt en de spreker uit de vergelijking haalt, als de ongelovige hoort dat de spreker Allah is, zal de rest van de tekst voor hen irrelevant zijn, zij zouden dan stoppen met luisteren. Dus Allah(SWT) benadrukt in deze ayah niet de spreker, maar de inhoud. Dit is de tweede component van een bericht is.
Wanneer Allah(SWT) zegt dat er een voorbeeld wordt gesteld, benadrukt Hij de inhoud en zegt dat je de spreker niet moet oordelen, maar de toespraak. Er is dus een verschil in de communicatie. De Koran is zeer bewust van dit communicatieprobleem. Ali ibn Abi Talib (RA) zei: “We beoordelen de toespraak voordat we over de spreker oordelen”. Omdat je misschien uit de meest onwaarschijnlijke bronnen de waarheid kan vinden. Hier zijn een paar redenen waarom sommigen de profeet Mohammed(SAW) gingen afwijzen – omdat hij een wees was, nietberoemd was in de stad en niet toebehoorde tot de grote leiders waar mensen naar opkeken. Ze vroegen wie was hij (de Boodschapper(SAW)) om iets te kunnen/mogen zeggen. Dit werd vastgelegd in de Koran; En zij zeiden: “Waarom is deze Koran niet neergezonden aan een geweldige man uit de twee steden?”
[Soera az-Zoekhroef:31]
Wij geloven dat de Koran een wonder is. Het is geweldig op drie manieren. In de zin dat de spreker geweldig is, net als de toespraak en de stijl. De spreker is Allah(SWT).
De derde component van een bericht is de manier waarop ze het zeggen. Als iemand je advies geeft om harder te gaan studeren, maar het werd gegeven op een onplezierige manier, is de boodschap niet effectief, hoewel het advies goed was. De manier waarop de inhoud wordt gepresenteerd, moet dus effectief zijn, omdat het geven van communicatie tot doel heeft het publiek te beïnvloeden. Je luistert bijvoorbeeld naar een khutba die verbazingwekkend en diepgaand in inhoud is met ahadith (uitspraken van de Profeet(SAW)) en Koran. Maar de levering is extreem monotoon in die mate dat het publiek niet meer luistert, hoewel er niets mis is met de inhoud. Het probleem hier is de wijze en stijl van spreken.
Wij geloven dat de Koran een wonder is. Het is geweldig op drie manieren. In de zin dat de spreker geweldig is, net als de toespraak en de stijl. De spreker is Allah(SWT). De ongelovige die de profeet Mohammed(SAW) de Koran hoort reciteren, gelooft niet dat het van Allah(SWT) komt, maar van Mohammed(SAW). Terwijl de gelovige begrijpt dat Mohammed(SAW) slechts het medium is, waardoor de woorden worden uitgesproken en ook dat de woorden tot Allah(SWT) behoren. Bovendien geeft de achtergrond van Mohammed(SAW) aan dat hij niet de spreker kan zijn. Tegenwoordig is iedereen in staat om een bijbel op te halen en erin te lezen. De oude christen was niet goed opgeleid over de Bijbel. Bijbelstudies waren beperkt tot geleerden. Als je vragen had moest je naar een priester gaan. Het werd als geheime informatie beschouwd. Mohammed(SAW) begon toespraken te houden die alleen in hun geclassificeerde documenten bestonden waaronder enkel geleerden op hoge niveau dit konden weten. Dus ze wisten dat hij niet de spreker was en realiseerden dit heel snel.
Wanneer de Koran wordt vertaald, kun je de inhoud verstaan, maar niet hoe Allah(SWT) het zei. De wijze van de berichtgeving is enkel te verstaan wanneer we het Arabisch machtig zijn. Al zou je het aan iemand in je eigen Arabisch uitleggen, is het nog steeds niet hoe Hij(SWT) het zei. Dus de grootsheid van Allah’s woorden kan niet worden vertaald. Iets uit de betekenis zou nog wel kunnen, maar de werkelijke impact die de originele woorden hebben, kan dat niet. Om deze kloof tussen de vertaling en de woorden van Allah(SWT) te begrijpen, werd er gezegd dat als je de afstand tussen Allah(SWT) en zijn schepping kunt begrijpen, dan heb je een idee van de afstand tussen het woord van Allah(SWT) en het woord van creatie. Een vertaling kan nooit een vervanging zijn van het woord van Allah(SWT). Dit gaat niet over wat verloren gaat in de inhoud wanneer het vertaald wordt, maar wat verloren gaat in de schoonheid en stijl. De stijl van de Koran is iets dat veel vroeger dierbaar werd gehouden door moslims, maar dat in onze tijd bijna verloren is gegaan. De wonder van de Koran wordt vaak voorgesteld via wetenschappelijk verschijnsel, statistieken en voorspellingen. Moslims geloven dat de Koran van begin tot eind een wonder is. Hoeveel verzen in de Koran zijn voorspellingen? Hoeveel zijn gewijd aan wetenschappelijk verschijnsel? Heel weinig. Hoeveel van deze wetenschappelijke onthullingen waren bekend bij de mensen in die tijd? Bijna niets. Dus wat was het met de Koran die de mensen fascineerde, waardoor de mensen stomverbaasd werden toen ze de openbaring van Mohammed(SAW) hoorden?
Al-Akhnas is echter nieuwsgierig, hij gaat naar Abu Sufyan en vraagt hem: “We hebben 3 dagen geluisterd, denk je dat dit de waarheid is?” Abu Sufyan zei: “natuurlijk is dit de waarheid”.
Tufail Ibn Amr Ad-dawsi was een dichter en hoofd van zijn stam. Hij besloot om een bedevaart naar Mekka te verrichten. De Qoeraisj realiseerden zich dat hij zou komen en vrezen dat hij betoverd zal raken door de Koran. Zij wilden niet dat de stamleider moslim zou worden, want anders zal zijn stam hem volgen. Ze ontmoetten hem buiten Mekka en waarschuwden hem dat er een probleem was in de stad, dat er een man was die met zijn woorden families scheidde en verdeeldheid zaaide. Ze adviseerden hem om terug te gaan, maar hij zei dat hij zijn respect zou betuigen en dan terug zou gaan. Ze gaven hem wat oorpluggen en zeiden: als je hem ziet, zet dit op en ren weg. Hij ging Mekka binnen en betoonde zijn respect voor de Ka’bah. De Profeet(SAW) was op dat moment bij de Ka’bah aan het bidden. Tufail hoorde de Koran gereciteerd worden, dus hij deed zijn oorpluggen in en liep weg. Maar dan stopt hij en vroeg zich af hoe een leider van zijn stam en grote dichter kan worden overwonnen door enkele woorden. Hij liep terug, luisterde naar de woorden en bekeerde zich tot de Islam en uitte de geloofsverklaring.
Abu Sufyan, Abu Jahl en al-Akhnas Ibn Shurayq, waren de wijzen en de denktank van de Qoeraisj die een hekel hadden aan de boodschap. Zij gingen stiekem midden in de nacht om naar de Boodschapper(SAW) te luisteren terwijl hij de Koran aan het reciteren was in zijn huis. Ze zouden dan vóór de ochtend teruggaan. De eerste nacht kwamen ze elkaar tegen het lijf en zwoeren dat ze niet terug zouden gaan. Toch bleven ze dit voor de komende twee dagen doen. Al-Akhnas is echter nieuwsgierig, hij gaat naar Abu Sufyan en vraagt hem: “We hebben 3 dagen geluisterd, denk je dat dit de waarheid is?” Abu Sufyan zei: “natuurlijk is dit de waarheid”. Dus met z’n tweeën gaan ze naar Abu Jahl en vragen hem wat hij erover denkt. Hij zegt dat het natuurlijk de waarheid is, maar legde hun uit dat de boodschapper van Banu Hashim komt en dat hij van Banu Amir is. Daardoor heeft Abu Jahl de spreker en niet de toespraak in overweging genomen. Hoe volmaakt, hoe krachtig en betoverend de toespraak en zijn stijl ook was, ze verwierpen het alsnog. Abu Jahl vertelde al-Akhnas ibn Shurayq: “We concurreren met Banu Hashim in alles. En nu zeggen ze: ‘Een profeet is gekomen uit ons die openbaringen ontvangt van de hemel’. Hoe kunnen we in staat zijn om te concurreren met
dit? Bij Allah, zullen we nooit in hem geloven en we zullen nooit zijn boodschap accepteren!” Dus zelfs diegenen die een hekel aan de Koran hadden, waren erdoor gefascineerd.
Utbah ibn Rabiah was een bekwaam debat voerder. Hij was zeer beledigend voor degenen die hem tegen stonden in het debat en een hoofdonderhandelaar tussen stammen. De Qoeraisj besloten zijn diensten in te huren om met de Boodschapper(SAW) te debatteren. Debatteren was een sport voor de Qoeraisj. De Qoeraisj keken van een afstand toe terwijl Utbah verwaand naderbij kwam. Utbah vroeg de Boodschapper(SAW) wat hij eistte. Door dit te zeggen, beoordeelt hij de Boodschappers(SAW), niet de inhoud, omdat hij nergens eisen heeft gesteld. Utbah beoordeelde zijn intenties en probeerde een karaktermoord te plegen en zijn motieven aan te vallen. De Boodschapper(SAW) luisterde geduldig en wanneer Utbah klaar was, reciteerde de Boodschapper(SAW) een stuk uit soera Foessilat: “(Deze Koran is) een Neerzending van de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. (Dit is) een Boek, waarvan de Verzen uiteengezet zijn, een Arabische Koran voor een volk dat weet”. De aanval van Utbah was gebaseerd op het feit dat dit Mohammed(SAW) zijn woorden waren en hij probeerde gewoon wat voordeel uit te halen. Het eerste wat de soera zegt, is dat je met Allah debatteert en niet met de Boodschapper(SAW); je neemt het op tegen Allah’s woorden. Allah(SWT) zegt dat de verzen geheel duidelijk zijn, met zijn eisen. Maar waarom spreekt de soera over eisen? Omdat Utbah vroeg wat de eisen waren en deze eisen in het Arabisch zijn. Dan openbaart Allah(SWT) dat de Koran met goed nieuws en een waarschuwing is gekomen, maar de meeste mensen negeren het en luisteren niet. Terwijl de verzen worden onthuld, konden de Qoeraisj buiten niet horen wat er gebeurde, zagen ze het gezicht van Utbah veranderen en merkten dat hij huilde, hun deskundige onderhandelaar en belediger van de Boodschapper(SAW). Hij huilde zoveel terwijl de verzen bleven geopenbaard en sterker in zijn bewoordingen worden, probeerde hij de Boodschapper(SAW) te stoppen, maar hij bleef doorgaan totdat hij het deel van de soera bereikte waar sajdah (neerknieling) in voorkomt. Utbah trok zich terug van het debat en zei tegen de polytheïsten: “Wat deze man te zeggen heeft zal een enorme gebeurtenis worden. Ik stel voor dat je het serieus neemt”. In het laatste vers dat de Boodschapper (SAW) reciteerde, soera Foessilat-13: Als zij zich vervolgens afwenden, zeg dan: “Ik heb jullie gewaarschuwd voor een bliksemschicht(d.w.z. een bestraffing), gelijk aan de bliksemschicht (d.w.z. een bestraffing), van (het volk van) ‘Aad en (het volk van) Thamoed.”,realiseerde Utbah zich dat hij niet waardig is om door Allah(SWT) te worden beantwoorden. Allah vertelt het via de Boodschapper(SAW) aan Utbah. Allah(SWT) had hem rechtstreek kunnen waarschuwen, maar zegt in plaats daarvan dat de Boodschapper(SAW) hen moet waarschuwen. Utbah realiseerde zich dat hij door Allah(SWT) direct is bedreigd.
De ongelovigen en de gelovigen ten tijde van de Boodschapper(SAW) hadden iets gemeen. Ze werden beiden door de Koran overmeesterd, maar de gelovigen van vandaag waarderen de kracht van de Koran niet, ze zijn niet onder de indruk noch gefascineerd, zelfs niet in die mate dat de ongelovigen toen waren. Dit effect is verloren gegaan dusdanig dat moslims bepaalde zaken in de Koran in twijfel trekken. Als je in de tijd van Moesa (AS) zou leven en getuigen was dat hij de wateren van de Rode Zee splijtte – zou je daarna aan hem twijfelen? Allah(SWT) gaf Mohammed(SAW) het krachtigste wonder, maar moslims waarderen het vandaag de dag niet als een wonder, in de mate dat we gefascineerd zijn door de woorden ervan. Als we dat deden hadden we een heel andere sensatie en ervaring van imaan (geloof). Toen de metgezellen de Koran hoorden, kregen ze drie dingen mee: advies, herinnering en begeleiding, maar ze ervoeren ook een wonder van Allah(SWT). Tegenwoordig horen we enkel de herinnering maar niet het wonder.
Het was zwaarder voor de metgezellen om de shahada (geloofsgetuigenis) af te leggen dan de
hedendaagse mensen, want er zijn nu miljoenen moslims. Het was moeilijk om mensen te overtuigen als je in de minderheid bent en dus gaf Allah zijn boodschappers wonderen om de mensen te overtuigen en hun beweringen geloofwaardiger te maken. De reden om niet te geloven zou dan door arrogantie zijn. Een wonder is iets wat je kunt ervaren en dus de boodschappers brachten voor hun volk wonderen. Maar voor de mensen vandaag de dag zijn dat verhalen geworden die we door het
geloof accepteren, omdat we niet getuigen zijn geweest. Het intellectuele probleem van het geloof wordt aangepakt door de mensen iets te geven dat alleen van Allah kan zijn en niet het product van de menselijke geest. Allah gaf dit volk het ultieme wonder, hij gaf de Koran. De andere wonderen waren voor het oog om te zien, maar de Koran is niet voor de ogen, maar voor de oren.
Moge Allah(SWT) ons hart openstellen voor de Koran. Ameen
Bron: “Divine Speech” – Nouman Ali Khan
Vertaler: Youssef Marcouch.